MAGNIFICAT … EEN SCHILDERIJ MET VEEL TAFERELEN.
Over zending gesproken, als je vier dagen Lourdes hebt
ervaren en beleefd, krijg je zoveel vitamientjes binnen, dat je voelt waartoe
je geroepen bent. Die vitamientjes krijg je niet alleen door al die kraaltjes
van de rozenkrans, die dezer dagen door je vingers zijn gegleden, maar ook in
die warme menselijke ontmoetingen, in de stralende glimlach van mensen die met
een rugzak naar hier gekomen zijn en die nu een stuk lichter weegt, in de
tevreden en dankbare gezichten van mensen die met een beperking moeten leven en
die zich helemaal niet afhankelijk hebben gevoeld, omdat ze al geholpen werden
voordat ze iets gevraagd hadden. Iedere keer opnieuw is er die ervaring dat in
Lourdes hemel en aarde elkaar raken.
In het evangelie schildert Maria in haar magnificat een
prachtige levenshouding, waarin zij ons allemaal wil meenemen. Je zou deze
lofzang kunnen zien als een schilderij met veel taferelen. Hoe ziet zo’ n
schilderij er uit?
Ik zie voor me het beeld
van een grazige weide, waar het leven gedeeld wordt zoals het zou moeten zijn,
waar mensen leven als broeders en zusters, eenvoudig en nederig van hart.
Midden in dat beeld van de grazige weide licht een krans op, bestaande uit 50 +
9 kraaltjes, met een kruisje aan het begin, een rozenkrans waarvan de kralen schitteren
als parels. Je kunt die parels met een loep bekijken en dan gaat er een hele
wereld voor je open.
Je ziet ongelooflijke taferelen:
… Maria, die haar ja- woord gaf aan de engel
… Maria op bezoek bij haar nicht Elisabeth
… Maria die doodsangsten uitstond om haar Zoon.
… Maria onder het kruis en met haar Zoon in de armen.
… Maria met een kerk op de achtergrond met daarop de woorden “Zoon zie daar je moeder”
… Maria als moeder van de kerk.
Kijkend naar die taferelen
zie je hoe de eenvoud en nederigheid ervan afstralen. Je proeft het
onvoorwaardelijke Godsgeloof en diepe vertrouwen: “Wat hebt U toch mooie dingen
gedaan in Mij.”
We zien het tafereel dat
zich in Lourdes afspeelde. Wat gebeurt er toch … Weer zo’ n eenvoudig, arm meisje dat niet eens
kon lezen en schrijven, een analfabeet, die woorden in de mond krijgt waar ze
niets van snapt : “Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis”, maar die wel begrijpt dat
ze voor God door de knieën moet gaan en Hem haar ja- woord moet geven. Op de vraag van een
journalist uit Parijs of ze haar verhaal over de verschijningen met hem zou
willen delen, want dan worden we samen rijk, was haar antwoord: “Nee, ik blijf
liever arm.” De eenvoudigen en nederigen van hart, ze zijn parels in Gods’ handen. In hen
openbaart God zichzelf.
Tijdens de lichtprocessie
doofde menige windvlaag het vuur van de brandende kaars. Ik voelde dat als een
symbool van de tegenwind die je soms hebt in je leven. Maar er is altijd iemand
in je omgeving die je spontaan licht aanreikt. Zo moest het ook zijn als in een
mensenleven het licht uitgaat.
Is dat gemakkelijk? Verre
van dat. Ieder van ons kijkt soms wanhopig omhoog richting God als we diep ingrijpende
levenservaringen te verwerken krijgen en God in geen velden of wegen te zien
is.
In de stilte bij de grot
doen met mij velen een verrijkende ervaring op. In die stilte voel je dat
duwtje in je rug dat je nodig hebt, een duwtje waarmee God je vooruit wil stuwen.
Je moet je last zelf dragen en verwerken, maar met dat duwke is het net wat
minder zwaar. En we weten het: iemand die je duwt, die zie je niet, maar je
voelt het wel. Op die manier zijn ook onze meest dierbaren altijd onder ons.
Die hand van God moeten
Maria en Bernadette ook gevoeld hebben. Dat komt overeen met die prachtige
mozaïeken in de Rozenkranskerk. We zien de handen van God uitgestrekt boven het
kruis, boven Jezus.
Wanneer de houding die
Maria heeft uitgezongen in haar magnificat en die door Bernadette is
overgenomen, blijvend de onze wordt zullen er nog meer prachtige beelden te
zien blijven in die krans vol parels die schittert als nooit tevoren. Maar
eerlijk is eerlijk: Kijkend naar al die kraaltjes aan de rozenkrans zie ik ook
parels die nog dof van kleur zijn en geen schittering vertonen. Ze staan
voor mensen die leven in doffe ellende,
ze zijn in zichzelf gekeerd, verdrinken in hun verdriet, en zien niet het licht
dat hun wordt aangereikt. Er zijn nog veel mensen die op ons wachten.
Daarom blijft het de moeite waard om die krans van parels, ook rozenkrans genaamd, vaak door je vingers te laten gaan. In iedere parel die erdoor gaat schitteren krijgt Gods liefde een menselijk gezicht. Onze samenleving is zo sterk als de zwakste schakel.
Pastor Chris van Beurden